Vanwaar komt de benaming ‘alternatieve methoden’ ?
Het begrip “alternatieve methoden” wordt vaak geassocieerd met het 3R principe (“Replacement, Reduction, Refinement”) of 3V principe (“Vervanging, Vermindering, Verfijning”). Hierbij verstaan we onder een “alternatieve methode” een methode die (i) het gebruik van een proefdier volledig vervangt, of (ii) het aantal gebruikte proefdieren dat nodig is in een test vermindert of (iii) een testprocedure zodanig verfijnt dat de veroorzaakte pijn en ongerief bij het proefdier geminimaliseerd wordt.
In het RE-Place project ligt de focus op alternatieve methoden die bijdragen aan de uiteindelijke vervanging van het gebruik van proefdieren, hiermee bedoelen we dus concreet de methoden die vallen onder Replacement en Reduction.
Wat zijn ‘alternatieve methoden’ – ‘Non Animal Methods’– ‘New Approach Methodologies’?
Een aantal jaar geleden werd op internationaal niveau vaak gesproken over ‘Non Animal Methods’ om te verwijzen naar testmethoden waarbij geen gewervelden gebruikt worden. Net als de term ‘alternatieve methoden voor dierproeven’ werd ‘Non Animal Methods’ voornamelijk gebruikt in het gebied van de toxicologie en in het bijzonder voor regulatorische toepassingen. Door de snelle toename van het aantal nieuwe methoden in het biomedisch onderzoek (bv. de ontwikkeling van organoïden), was er echter nood aan een definitie die verder reikt dan het domein van de (regulatorische) toxicologie. De afkorting NAM wordt daarom steeds vaker gedefinieerd als ‘New Approach Methodologies’ in plaats van ‘Non Animal Methods’. Tot op vandaag de dag worden de drie termen echter nog steeds door elkaar gebruikt. Aangezien het RE-Place project specifiek als doel heeft om methoden uit het biomedisch onderzoek te verzamelen, zal op de website voornamelijk de term ‘New Approach Methodologies’ worden gehanteerd.